Het is 02:00 uur, normaal gesproken een tijd om lekker in bed te liggen dromen over fijne dingen, voor mij tijd om na een paar uur slaap gewekt te worden voor mijn wacht. Wanneer ik op het achterdek kom is het voor de groep van zes trainees en mijn twee collega’s alweer tijd om de fijne dromen te hervatten, maar ik mag nog vier uurtjes. Veel mensen buiten dit wereldje (en sommigen binnen) zien wacht als een moet. Men denk ‘saai, vier uur lang stilte en eenzaamheid’. Maar omdat die stilte en rust overdag vaak ver te vinden is, wordt dit juist tijdens de wacht erg ter harte genomen.
Gewoonlijk begin ik de wacht met een kopje thee en een broodje pindakaas in mijn hand, nu zat er een val van het grootzeil in. De wind is eruit en we werken met z’n vijven hard om het zeil mooi en rustig naar beneden te halen. Wanneer dit eindelijk het geval is halen we de andere drie zeilen ook naar beneden. Het dek is een bom van lijnen en zeil dus vouwen we de zeilen en schieten we netjes alle gebruikte lijnen op. Dit proces heeft ongeveer 1,5 uur geduurd en zo schiet je wacht toch een beetje op. Wanneer we eindelijk op het achterdek zitten en we tijd hebben voor ons eerste kopje thee komt de eerste stuurman (Wiebe) de tweede stuurman (Martijn) aflossen in de wacht.
Door het genot van het kopje thee en de rust hebben wij het niet door, maar Wiebe benoemt dat de wind eigenlijk wel weer terug is gekomen en dat we best wat zeiltjes mogen zetten. Vermoeid maar enthousiast hobbelen ik en mijn wachtmaatje Bouke weer naar het voordek om alle lijnen los te gooien en aan te trekken. Ongeveer twee uur later staan we met de nieuwe wacht om 06:00 uur het grootzeil omhoog te trekken. Alle zeilen staan zoals ze aan het begin van de wacht stonden, maar wij hebben een enerverende en actieve wacht gehad die we eindelijk afsluiten met een welverdiend broodje pindakaas in de keuken.
Richèl