18 mei 2021
Wat schrijf je over een dag waar niet zoveel bijzonders gebeurt? Niet zoveel bijzonders. Daarom gaan we het hebben over het beste geluid aan boord van de Wylde Swan. Dat betekent veel, want er zijn goede geluiden aan boord.
Zo heb je het beuken van de golven tegen de boeg en het sissen van het koffiezetapparaat. Er is het zware: ‘Two, six, two, six,’ dat door lage stemmen over het dek gescandeerd wordt, terwijl ze zich inspannen om het mainsail te hijsen. Ook heb je vanuit de Gally de muziek die door Tina en Ole uit volle borst wordt meegezongen en de harde knal die geproduceerd wordt door een (tot de knal aan toe) nog openstaand kist. Je hebt het heerlijke tik-sisss geluidje van een blikje cola, meestal in handen van de bemanning. Het geluid van een met waterpistool gewekte trainee, slaap en water uit zijn ogen wrijvend, kreunend en scheldend overeind komend.
Genieten, maar niks klinkt zo mooi als het geluid van de twee keer gaande bel. Gaat de bel één keer, dan is dat leuk, want dat betekent pauze. Gaat en bel drie keer, dan moeten alle trainees naar het maindeck komen. Bij vier keer komt ook de crew. Twee keer de bel betekent echter een van de beste dingen hier aan boord. Het moment dat het fantastische ting-ting over het hele schip gonst, verandert er iets onder de trainees. Iedereen kijkt op. Iedereen krijgt weer energie. Iedereen leeft weer op. Als échte Pavlov hondjes beginnen we bij dit geluid speeksel te produceren. Een horde wilde jongeren met rode truien snelt naar boven om allemaal met een bordje boven het hoofd in de rij te staan.
Heerlijk, dat eten. Heerlijk, dat geluid.
Maarten en Justus