De Barentszzee
Jazeker, je schrijft het met zz. Willem was de zoon van Barent, dus dan snap je het. Ik had gedacht aan een woeste zee, met reuze golven en ijsbergen en verder gevuld met ijsschotsen waarop ijsberen ons hongerig aanstaren. Misschien zouden we in Malmø moeten wachten op een “window” waarop we konden oversteken, dat de wind wat minder is en de woeste golven wat getemperd. Nou, ja het golft en deint wel een beetje, de kinderen vinden het woest en zijn zeeziek, maar ik heb inmiddels wel meer gezien. In mijn ogen is het een kalm zeetje, en niet eens erg koud, de merino schapen blijven nog even in de tas. Ik denk wel dat ik weet hoe het komt: het is onze kapitein, Ted genaamd. Ted werd door onze zwijgzame stuurman Alvaro geïntroduceerd met de woorden: “I don’t say much, but Ted doesn’t speak at all”. En dat klopt. Toch hebben we hem weten te verleiden tot het geven van een “voordracht”, een Ted-Talk. Aan de hand van foto’s vertelde hij hoe hij, samen met een maat, dit lichtschip van de sloop gered heeft en omgebouwd en omgedoopt tot “Noorderlicht”. Als je maar genoeg vragen blijft stellen, dan komt er wel een verhaal. Bijvoorbeeld over die keer dat ze een contract hadden afgesloten om al in februari bij Spitsbergen klaar te liggen (vastgevroren) als hotelschip voor toeristen. Er was toen nog zoveel ijs dat ze door de Noorse kustwacht en een Russische ijsbreker gered moesten worden. Of toen ze met gasten aan boord in het schuivende pakijs vastzaten en dreigden de kust op geperst te worden. Er kwamen dieren dreigend op het schip af, klommen bijna aan boord en een stranding lag in het verschiet. En de toeristen hadden niets in de gaten en bleven gewoon foto’s maken. En dan weet Ted dat het spannend is maar blijft hij kalm als altijd.
Die kalmte hebben we ook gezien bij de manoeuvres van aanleggen en wegvaren. Je ziet vaak mensen worstelen met vooruit en achteruit, met een werplijn hier en een tros daar, vol gas en half gas, noem maar op, het hele “handboek voor den Zeevaarder” wordt uit de kast getrokken. Daar vaart Ted gewoon langzaam naar de kant. Hij krijgt het zelfs voor elkaar om de boot zijdelings door het water te laten bewegen. Het aanleggen gaat zo soepel en geleidelijk dat we steeds allemaal naar buiten komen om te kijken en dan hoofdschuddend ons afvragen hoe is het mogelijk, hoe doet ie het? Ik zei al tegen onze arts: wonderlijk dat we allemaal naar buiten komen om te zien hoe weinig spectaculair dat allemaal gaat, het lijkt erop alsof hij zelf zachtjes, vriendelijk en liefdevol naast zijn vrouw gaat liggen.
En ik denk dat daardoor ook die Barentszzee zo rustig is. Je haalt het gewoon niet in je hoofd om stampij te maken als Kapitein Ted langskomt. Hij kijkt dan wat dreigend vanonder zijn verweerde lederen poolmuts, met een strakke Noorse mond en priemende heldere ogen en dan word je vanzelf rustig, zo moet het zitten.
Ben