Om kwart voor 3 (in de ochtend) gaat de telefoon, kapitinus (kapitein Martijn) maakt me wakker zodat ik hem af kan lossen. Het was een hobbelig nachtje; nadat we vertrokken zijn uit Lerwick, de hoofdstad van de Shetland eilanden, hebben we voor het eerst echte oceaandeining en niet zo maar. Er heeft een dikke wind gestaan ten zuiden van IJsland en daar hebben we nu de golven van.
Er is licht aan de hemel, we zijn nog steeds op de hoogte waar het niet echt donker wordt in deze tijd van het jaar. De meeste zeilen staan, maar het zeil met de meeste druk bovenin niet (fisherman), want er zitten buien in de lucht. Het ziet er dreigend uit en ik vertel mijn wacht welke zeilen we weg gaan nemen als de wind te veel toe neemt. De sterke winden bleven echter uit. Tegen 7 uur verschijnen de eerste trainees aan dek en dat komt goed uit, want ik wil overstag. De wind is geruimd en we zijn op de juiste hoogte. Na het ontbijt komen de trainees enthousiast naar buiten, de deckcrew neemt nog kort even de stappen met ze door en hoppa, even draaien aan het wiel, zeiltjes klapperen even en het schip valt over de andere boeg. Het is 8 uur, de andere crew verschijnt en wij mogen weer ons bed in.
Martijn (stuurtijn)