Stagadon: De Parel van Bretagne

Stel je voor: je vaart langs de grauwe kust van Bretagne, de door de zware golfslag geteisterde ruwe rotsen, de donkere dreigende wolken, de kille zuidwester. Al met al niet aantrekkelijk, behalve misschien voor de geharde Bretonse visser die onder de kille golven wat vis vermoedt. En dan doemt, tegen alle verwachting in, uit de mistslierten, het prachtige Stagadon op. De Parel van Bretagne.

Ik was er in 2020 al eens geweest, maar de schoonheid was me niet goed bijgebleven. Nu, in de lente van 2022, laat Stagadon zich zien in een wondere pracht. De rotsen werden bewoond door nestelende meeuwen die met sierlijke vluchten hun eieren verdedigden. De velden waren bedekt met een vreemd soort bollen, zacht als kussens, bezaaid met lichtpaarse bloemetjes. En dan overal, over het hele eiland, lag een kleurige waas van het teerst denkbare violet. En dat onder een hemel die, na de voedzame regen in een prachtig blauw oplichtte.

Wat me eerder ook niet opgevallen was, dat waren de vaste, dierlijke bewoners. Er waren twee wolharige geitjes die speels, een beetje angstig, tussen de trainees door dartelden. En verder was er teken van een grote kolonie van bisamratten, tenminste ik dacht dat het dat waren. Een van de trainees had er een foto van, zowel een dode als een levende. Maar overal op het eiland waren holen te zien en “olifantspaadjes” van deze knaagdieren. En dan de meeuwen, hun klagende schreeuwen geven het eiland het echte oceaangevoel.

Een extra charme heeft het eiland ook door het getij. Tweemaal per etmaal heeft Stagadon fraaie stranden en dan weer niet. Het verschil is frappant. Als het water lekker op gang is verandert de hoeveelheid strand razend snel. De rotsen een stukje uit de kust verdwijnen dan bijna geheel onder water en daar klotsen de golven dan weer tegenaan op een wonderlijke wijze waar ik lange tijd met plezier naar heb kunnen kijken.

En dan, ten slotte, wil ik nog iets vertellen wat meer met innerlijke schoonheid te maken heeft. Na het levend stratego, en kort na zonsondergang stelde Otto een moment van bezinning voor. Genietend van de fraaie hemelkleuren konden we in gedachten en in stilte met elkaar en elk voor zich terugkijken naar wat we meegemaakt hadden. Naar wat we geleerd hadden en welke leuke mensen die we ontmoet hebben en met wie we vrienden zijn geworden. Ik vond het heel mooi dat de jongen mensen, onze trainees, ondanks de vluchtigheid die in onze maatschappij steeds meer de gewoonte wordt toch in staat waren geruime tijd bij deze zaken stil te staan.

Stagadon, je bent mooi, veel mooier dan ik dacht.

Ben Geels (docent Wylde Swan)