Masterskip trainees volgen hun eigen schoolprogramma aan boord tijdens de zelfstudie. Daar besteden ze 3 tot 4 uur per dag aan, gedurende zes dagen per week. In de middag geven de vier docenten die mee zijn aan boord, en soms ook leden van de bemanning, centrale lessen. Deze hebben meestal te maken met wat je tegenkomt op een groot zeilschip. Een mooi voorbeeld van een centrale les is die over kustnavigatie.
Voordat men op volle zee moest navigeren maakte men al gebruik van een van de eerste vormen van navigatie: kustnavigatie. Zolang de kust nog in zicht was kon je met bekende objecten langs de kust en een goede landkaart je positie bepalen. Bij het bepalen van je positie aan de hand van objecten aan de kust heb je een peilkompas nodig. Hiermee kun je over het kompas kijken naar het object aan de kust. Zo lees je het aantal graden af ten opzichte van het Noorden.