Rondje Atlantische oceaan

Veel mensen dromen ervan: een wereldreis met een zeilschip. Masterskip trainees pakken de kans om dit te doen als ze 15 of 16 zijn! Zelfs voor de mensen die niet zelf de oceaan over willen, spreken de verhalen vaak tot de verbeelding. Nu hebben we het natuurlijk over het romantische beeld van varen:  de rust van de oceaan, dolfijnen die rond je boot zwemmen en de eerste vogels die je na lange tijd op zee ziet. Maar er zitten ook heel praktische aspecten aan dit verhaal. Want hoe werkt dat eigenlijk, zo’n oceaanoversteek? Tall Ship Wylde Swan vaart in het winterseizoen van Nederland via de Canarische eilanden naar de Cariben, om via de Azoren weer naar huis te zeilen. In de 17e en 18e eeuw werd deze driehoek al gevaren en wij varen nu nog steeds dezelfde route. Dit heeft alles te maken van de winden die van Afrika naar het westen waaien.

 

 

Om zeilend over te steken heeft de Wylde Swan de passaatwinden nodig. Door onder andere de draaiing van de aarde zijn er tussen 10 en 20 graden boven de evenaar noordoostelijke passaatwinden te vinden. Als je teveel naar de evenaar toe zeilt kom je in de windstille doldrums uit. En als je te veel naar het noorden zeilt krijg je te maken met tegenwind. Om zuidelijk genoeg te komen vaart de Wylde Swan eerst naar de Canarische eilanden. Daarna zeilt ze nog een stuk naar het zuidwesten om op de juiste breedtegraad stuurboord uit te draaien en de passaatwind op te pikken.

Je kunt je oversteek goed plannen. Er zijn periodes die geschikt zijn om over te steken, bij voorkeur momenten waarop de kans op orkanen het kleinst is. Als het zomer is in Nederland staat de zon pal boven de Kreeftskeerkring (23,5 graden boven de evenaar) en warmt het water van de oceaan daar op. Dat warme water zorgt ervoor dat er orkanen ontstaan, de meeste komen voor in augustus en september. Dat is dus geen goed moment om over te steken. Als de zon weer richting de evenaar vertrekt en na 21 september zelfs richting de Steenbokskeerkring schuift, koelt het oceaanwater weer af en komt er een einde aan de orkanen. Vanaf half november hoef je er geen meer te verwachten. Natuurlijk moet je altijd nog de site van het  National Hurricane Center in de gaten houden. De hele winter kun je de oceaan oversteken. Wanneer de zon de evenaar weer passeert richting de Kreeftskeerkring wordt het water weer warm en kun je beter even geen oversteek plannen.

 

In de loop van het voorjaar vaart de Wylde Swan weer terug over de Noord Atlantische Oceaan. De weer systemen zijn hier veel minder voorspelbaar dan bij de oversteek naar de Cariben toe. Lagedrukgebieden, die zich boven Noord Amerika ontwikkelen, bewegen door de draaiing van de aarde in oostelijke richting, naar Europa toe. Op het noordelijk halfrond de windrichting in een lagedrukgebied is tegen de klok in. Door het schip richting zo’n systeem te varen, kan het meeliften op de wind. Een noordelijke hogedrukgebied kan een lagedrukgebied verder naar het zuiden duwen. Soms moet de koers verlegt worden, om niet te diep in de depressie te komen.

 

Het Azorenhoog is een hogedrukgebied dat zich redelijk stabiel boven de Azoren bevind. Dit ontstaat door de stroming van warme lucht vanaf de evenaar en koude lucht vanuit de poolgebieden. Door de wind die bij een hogedrukgebied met de klok mee draait (op het noordelijk halfrond) en samen met de lagedrukgebieden die noordelijker liggen ontstaat er een westelijke wind. Dat is de reden dat we in west Europa vaak te maken hebben met wind van zee, die de Wylde Swan weer richting Europa brengt.